Herman Heijermans (Rotterdam, 3 december 1864 – Zandvoort, 22 november 1924) was een Nederlands toneelschrijver. Daarnaast schreef hij ook honderden kleine verhaaltjes (Falklandjes, ontleend aan zijn pseudoniem Samuel Falkland). Een ander pseudoniem dat hij gebruikte was Koos Habbema.
Heijermans groeide op als oudste zoon in een liberaal joods gezin met elf kinderen. Herman Heijermans was de jongere broer van de beeldende kunstenares Marie Heijermans en de kinderboekenschrijfster Ida Heijermans (1861-1943) en de oudere broer van de sociaal geneeskundige Louis Heijermans.
In 1893 begon Heijermans als toneelrecensent bij de net opgerichte krant De Telegraaf. Hij schreef felle kritieken en creëerde daarmee al snel veel vijanden. Hij begon zelf ook toneelstukken te schrijven, die zeer sociaal betrokken waren. Voorbeelden zijn Ghetto (1898), over de bedompte, orthodox-joodse sfeer van sjacheraars en voddenkooplieden, Glück auf! (1911) over de gruwelijke ramp in de mijn Radbod in Westfalen, en het zeer bekende Op hoop van zegen (1900), over de zware omstandigheden van de vissers. De indrukken hiervoor had hij onder meer opgedaan in Scheveningen en Katwijk aan Zee, waar hij enkele jaren woonde en bevriend raakte met de schilder Jan Toorop.
De meeste van zijn stukken gingen in première bij de Nederlandsche Toneel Vereniging in Amsterdam, waar Esther de Boer-van Rijk de voornaamste protagoniste was, vooral als Kniertje in Op hoop van zegen en als Eva Bonheur. In 1903 schreef hij het toneelstuk Buren, dat nu door Anita van Soest zal worden bewerkt voor een muziektheater-voorstelling samen met het gemengde koor Cantiamo uit Austerlitz.
Heijermans was ook zeer actief in de socialistische beweging. Hij was in 1897 lid geworden van de in 1894 opgerichte Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP, de voorloper van de PvdA) en schreef voor die partij in 1898 het propagandastuk Puntje. Begin jaren twintig van de 20e eeuw was Heijermans korte tijd directeur van Theater Carré.
Herman Heijermans was van 1901-1918 getrouwd met de cabaretzangeres Maria Sophia Peers (1872-19??). Hun dochter Hermine (1902-1983) maakte naam als publiciste; zij schreef o.a. “Mijn vader Herman Heijermans, leven naast roem” (1973), het matig ontvangen Boekenweekgeschenk 1976 “Snikken en Smartlapjes”, “Leven met Eros” (1979) en “Jaren vol galgenhumor – 1940-1945” (1981), en in de jaren ’60 en ’70 schreef zij columns voor Sekstant, het tijdschrift van de NVSH.
Herman Heijermans overleed in 1924 op 59-jarige leeftijd in zijn huis in Zandvoort aan de gevolgen van kanker. Zijn begrafenis, georganiseerd door de SDAP, vond plaats in Amsterdam. Illustratief voor zijn populariteit is het grote aantal belangstellenden langs de route van de lijkkoets van Zandvoort naar Amsterdam: de mensen stonden rijen dik.
Bron. Wikepedia